1 april 2024
Door Naemi Welter, Rijks-I-Trainee bij de Nationale Politie en communicatiemedewerker NtVP.
Hans van Dolderen is geboren en getogen in een politienest. Met een vader die politieman was heeft hij van jongs af aan de impact van het politiewerk op een gezin ervaren. Met een indrukwekkende staat van dienst van 40 jaar op de loonlijst van de politie, heeft hij vrijwel alle aspecten van het politiewerk doorlopen, van uniformdienst, opsporing tot bedrijfsvoering. In zijn huidige rol als programmadirecteur voor Specifieke Aandacht en Zorg (SpAZ), werkt hij aan het verbeteren van de zorgketen gericht op het ondersteunen van politiepersoneel, met speciale aandacht voor beroeps-gerelateerde gezondheidsklachten.
Kun je een overzicht geven van het programma Specifieke Aandacht en Zorg en hoe het programma zich richt op beroeps-gerelateerde gezondheidsklachten, met name psychotrauma?
Het programma Specifieke Aandacht en Zorg (SpAZ) is verantwoordelijk voor de doorontwikkeling van de zorgketen voor alle medewerkers van de politie in Nederland, met bijzondere aandacht voor beroeps-gerelateerde gezondheidsklachten, zoals ook psychotrauma. Het programma richt zich erg op ‘het voorkomen van’, want het liefst heb je natuurlijk dat niemand ziek wordt en dat we allemaal sterk, vitaal, krachtig en weerbaar in dit bedrijf staan. Maar mochten er toch eerste klachten komen willen we daar zo snel mogelijk op reageren. En als we te laat zijn willen we zo snel mogelijk helpen om de kwaliteit van leven weer te herstellen. Ik noem het heel bewust door ontwikkelen, want hier zijn we natuurlijk al jaren mee bezig, dat is niet helemaal nieuw. Alleen is er wel zo langzamerhand een beeld van ‘het moet anders’ en het kan ook anders.
Het huidige stelsel wordt door collega's gevoeld als juridificerend en gebaseerd op wantrouwen; ons nieuwe stelsel moet uitgaan van vertrouwen en zorg op maat. Daar willen wij als goede werkgever van zeggen
”Dit is zwaar werk, je loopt gewoon een heel hoog risico dat je iets gebeurt. Als dat dan zo is, zijn wij er voor je en gaan we je zo snel mogelijk helpen”.
Inmiddels weten we ook wel dat hoe eerder je erbij bent, hoe eerder je signalen oppakt, hoe groter de kans dat een behandeling succesvol kan zijn. Daar moet je niet te lang mee wachten. Dus we willen naar een cultuur in ons bedrijf waar collega’s zich bewust zijn waar ze trauma's door kunnen oplopen en hoe ze het kunnen proberen te voorkomen. En als het dan toch gebeurt? Hoe kan ik dan zo snel mogelijk deze collega nabij zijn? Dat is zorg op maat aan de voorkant, straks wettelijk rechtspositioneel verankerd.
Het programma bestaat in totaal uit 19 verschillende opdrachten zoals bijvoorbeeld de oprichting van vitaal teams, oprichting van ondersteuningsinstrumenten om collega's te begeleiden met hun weg naar herstel, inrichten van nieuwe functies, een nieuw stelsel om collega's weer te plaatsen na langdurige ziekte, oprichten van een intern gecertificeerde arbodienst, etc.
Welke preventieve maatregelen worden er binnen de politie genomen om beroeps-gerelateerde posttraumatische klachten te verminderen? Zijn er specifieke initiatieven gericht op het voorkomen van posttraumatische klachten bij personeel?
Er wordt tegenwoordig veel gedaan aan weerbaarheidstrainingen en vitaal programma's. We hebben fit coaches in dienst die collega’s begeleiden aan de hand van vier pijlers: gezond eten, slapen, bewegen en denken. We geven ook mentale weerbaarheidstrainingen waarin je zoveel mogelijk voorbereid wordt op wat je te wachten staat als politieagent. Dan krijg je bijvoorbeeld technieken aangeleerd om te visualiseren wat je te wachten staan als je een melding ontvangt van bijvoorbeeld een aanrijding. Collega’s leren ook ademhalingsoefeningen om stress te reduceren en om focus aan te brengen.
Wat we ook doen, is veel meer uitleg en voorlichting geven, bijvoorbeeld in notities of campagnes om collega's wegwijs te maken hoe ze de eerste signalen kunnen herkennen en hoe ze daar dan adequaat op kunnen reageren. Er is ook een zelftest waarin je een aantal vragen beantwoordt en dan komt er een thermometer kleur uit: Sta ik in het rood of sta ik in het groen? En als iemand in het rood staat, staat er een verwijzing bij waar degene dan eventueel te rade zou kunnen gaan met hun verhaal.
Daarnaast zijn we ook bezig met een pilot, genaamd Barista. Vanuit ons systeem kunnen we incidenten inzien waar collega's aan gekoppeld zijn en die incidenten zijn allemaal gecodeerd. Dus, je kunt nagaan of een collega betrokken was bij incidenten die in de potentiële trauma reeks staan. Als dat zo is, dan kun je een pop-up op het scherm van de leidinggevende zetten “Ga eens koffiedrinken met deze collega en vragen hoe het gaat.” Dan moet de leidinggevende natuurlijk ook weer getraind worden om het goede gesprek te voeren.
Er wordt ook steeds meer aandacht aan debriefing besteed. Als collega’s in teamverband een nare ervaring mee hebben gemaakt nodigen we het team 3 of 4 weken later uit om samen met een psycholoog de situatie nog een keer na te bespreken.
Zo krijg je namelijk alle puzzelstukjes bij elkaar. Wat is nou eigenlijk gebeurd? Iedereen heeft een deel van de puzzel en als je de puzzel compleet hebt, dan helpt dat in de verwerking.
Hoe wordt bewustzijn over psychotrauma bevorderd binnen de organisatie? Zijn er initiatieven om medewerkers te informeren over de impact van psychotrauma en hoe het te herkennen? Is dit over de jaren heen veranderd?
Er wordt steeds meer gedaan op het gebied van opleidingen, voorlichtingscampagnes en in toerusting van leidinggevenden om het onderwerp als zodanig onder de aandacht te brengen.
Om die switch te maken van “ziekte voor watjes” naar “dit is gewoon een onderdeel van ons bedrijf, onlosmakelijk verbonden aan werken In de frontlinie, het hoort erbij.” En daar hebben we al enorme stappen in gemaakt.
Bewustwording is ongelooflijk belangrijk. Signalen herkennen en het niet verdoezelen. En leiderschap is daarbij natuurlijk een heel belangrijk component. Daar hoort ook bij medeverantwoordelijk zijn voor een sfeer van inclusie in het team. Maar ik zeg ook wel eens op het moment dat je met jouw klachten bij je leidinggevende komt, ben je al een paar stations voorbij waar al eerder ingegrepen had moet worden. Dus als eerste is het de collega zelf die in staat moet zijn om het bij zichzelf te herkennen en de vrijmoedigheid moet voelen om hulp te vragen. Dat is de eerste stap. De tweede stap is toch echt het thuisfront, die zien het als geen ander. Ook daar werken we aan informatiebijeenkomsten. De derde schijf is dan toch het maatje op de auto. Is die in staat en durft die het bespreekbaar te maken?
Hoe wordt er gewerkt aan het creëren van een cultuur waarin psychotrauma serieus wordt genomen en besproken? Zijn er binnen de organisatie initiatieven om het stigma rond geestelijke gezondheid te verminderen?
Eén van de opdrachten van het programma SpAZ is ook om een goede visie op gezondheidsmanagement te ontwikkelen. Hierbij gaan we uit van een eigen regiemodel waar het welzijn primair besproken wordt tussen leidinggevende en medewerker. Pas als zij het idee hebben, dat ze hulp nodig hebben kan bijvoorbeeld een arts ingeschakeld worden. In dat kader krijgt verzuim bijvoorbeeld ook een andere definitie. Van oudsher wordt dat altijd als negatief beoordeeld maar wij willen het definiëren als periode van recuperatie en als instrument om te zorgen dat je niet omvalt. Dus verzuim hoeft niet per se te betekenen dat je ziek bent.
Zijn er programma's voor vroegtijdige interventie voor medewerkers die mogelijke tekenen van PTSS vertonen? Welke ondersteuningsstructuren zijn beschikbaar voor medewerkers die te maken hebben met psychotrauma? Kun je beschrijven hoe zorg en behandeling voor medewerkers die lijden aan PTSS er uitziet binnen de politie?
Wij hebben verschillende providers waar collega’s naartoe verwezen kunnen worden. Zelf bieden we geen behandeling aan.
Als het weer beter gaat met iemand dan is ons uitgangspunt re-integreren op de plek waar je voorheen zat. Maar specifiek voor collega's met een mentale overbelasting, burn-out of PTSS is dat vaak toch wel heel erg moeilijk. In deze gevallen hebben we dan de voorziening van de prikkelarme werkomgeving.
We hebben in heel Nederland tien prikkelarme werkomgevingen ingericht voor collega’s die niet meer op hun originele werkplek kunnen werken. Dat laten wij gepaard gaan met verschillende ondersteuningsinstrumenten zoals sloeproeien, buddyhonden of revitaliseren in de natuur met Stadsbosbeheer.
Zijn er ook samenwerkingsverbanden met externe zorgverleners of specialisten op het gebied van psychotrauma?
Binnen de Politieacademie hebben we een kennis en wetenschapscentrum wat samenwerkt met allerlei wetenschappers. Daar heeft bijvoorbeeld prof. dr. Annika Smit een Lectoraat.
Daarnaast zijn we op dit moment samen met ARQ bezig met een onderzoek naar hoe revitaliseren in de natuur werkt en wat daarbij belangrijke elementen zijn. Samen met TNO kijken we naar vitaliteit en weerbaarheid met behulp van smartwatches, om collega’s te helpen te bepalen op welk moment van de dag ze hogere niveaus van stress ervaren, hoe ze dat kunnen voorkomen of hoe het zit met hun bewegings- en voedingspatronen.
Is er een succesverhaal op het gebied van preventie of behandeling van psychotrauma dat je bij is gebleven?
Ik ben lid van de Koninklijke Watersportvereniging De Kaag in Warmond waar ik sloeproei. Ik deed met mijn eigen team mee bij de regatta in Rotterdam en bedacht toen met twee collega's van mij die ook roeien of we niet wilden proberen om het sloeproeien ook in te zetten als ondersteuningsinstrument binnen de politie.
Er zitten veel belangrijke elementen in het sloeproeien. Ten eerste spreekt sloeproeien tot de verbeelding van robuuste politie mensen. Ten tweede is het zo dat collega's hun trauma vaak oplopen omdat ze in teamverband altijd vooraan staan, dus de terugkeer naar herstel doen we ook in teamverband. Dan moet je weer goed op elkaar letten, je moet je aanpassen op elkaar, want je moet samen in een ritme gaan groeien en dat dat werkt enorm rustgevend. En als er dan iets gebeurt, dan gaan we elkaar ook weer opvangen en er doorheen trekken.
Dus toen heb ik een sloep geregeld bij de oud-mariniers en aan de Casemanager PTSS gevraagd of hij tien man voor mij heeft die ziek thuis zitten. Dit was in januari en de regatta was in mei dus ze hadden vijf maanden de tijd om er langzaam naar toe te werken.
Een paar maanden later in Rotterdam hebben ze met de sloep die hele wedstrijd geroeid. Dat was echt hartverwarmend. Collega’s en familie stonden allemaal langs de Maasboulevard om ze aan te moedigen. Uiteindelijk bij de finish was er een enorme ontlading, “we kunnen weer wat, we hebben wat overwonnen!”.
En die collega's zijn ze vervolgens blijven roeien en ook weer aan het werk gegaan. Een paar jaar later vroegen ze aan mij om met hen in de sloep te komen roeien als slagman, dat is de dominante roeier die het tempo bepaalt. Om zo in de nadagen van je loopbaan samen op te trekken met je collega’s, dat vind ik heel erg eervol om te doen.