31 januari 2020
Door: Marie-Louise Kullberg
Diagnostiek en behandeling van psychotrauma vraagt om specifieke expertise. Om die deskundigheid te garanderen biedt NtVP de certificering tot psychotraumatherapeut. Wie zijn de professionals die deze certificering hebben? In deze rubriek komen zij aan het woord, geven hun blik op hun werkveld en hun visie op de certificering tot psychotraumatherapeut.
Tegenover mij zit Danielle Oprel. Op woensdagen kan ik haar mijn buurvrouw bij de afdeling klinische psychologie aan de Universiteit Leiden noemen. Danielle is klinisch psycholoog-psychotherapeut en al ruim 25 jaar werkzaam in de GGZ. Naast haar huidige werk als behandelaar op de Psychotrauma-afdeling van PsyQ Haaglanden doet Danielle ook promotieonderzoek op deze afdeling, is ze docent voor de RINO in Utrecht en heeft ze een eigen kleine praktijk waar ze vooral supervisie geeft. Als docent richt ze zich vooral op (complexe) posttraumatische stressstoornis (PTSS) en persoonlijkheidsproblematiek.
Naast het uitvoerende werk vindt Danielle het ook belangrijk en inspirerend om met meer afstand na te denken over het vak van psycholoog. Daarom maakt ze onder andere deel uit van de ledenraad van de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie (NVP), heeft ze verschillende bestuursfuncties gedaan en is ze vaste columnist bij het Tijdschrift voor Psychotherapie. Zij is sinds december 2015 gecertificeerd psychotraumatherapeut bij de NtVP.
‘Het allerleukst vind ik eigenlijk met inspirerende collega’s eten en over het vak denken en praten. Waar staan we en waar gaan we naar toe. Intervisiegroepjes zijn hier de uitgelezen gelegenheid voor.’
Wat wekt je interesse binnen psychotrauma?
‘Ik werkte eerst op afdelingen waar mensen met een persoonlijkheidsstoornis behandeld werden. Veel van deze cliënten hadden traumatische ervaringen meegemaakt. In de behandeling van deze groep was er wel aandacht voor trauma, maar met name oog voor de invloed van het trauma op de persoonlijkheidsproblematiek. In die tijd kregen mensen die in behandeling kwamen voor persoonlijkheidsproblematiek vaak geen goed onderzoek naar PTSS, laat staan behandeling gericht daarop. Maar andersom ook: kwam een cliënt op de psychotrauma-afdeling, dan kwam het voor dat cliënten met persoonlijkheidsstoornissen slechter af waren omdat wij als behandelaren bang waren dat patiënten niet stabiel genoeg zouden zijn om de behandeling van hun PTSS aan te kunnen. Dit is onder andere de drijfveer geweest om me meer bezig te houden met (vroegkinderlijk) trauma in onderzoek. De afgelopen jaren is er al veel veranderd en is de zorg een stuk vooruitgegaan, echter zou de organisatie en stroomlijning van al die zorgspecialismen nog een stuk beter kunnen.’
‘In cliënten met persoonlijkheidsproblematiek komt ook veel vroegkinderlijk trauma voor, maar waar doen we nou goed aan in de behandeling?’
‘Mede deze vraag heeft mij geïnspireerd voor het opzetten van de IMPACT-studie, een grote RCT naar drie behandelvormen van PTSS na vroegkinderlijk trauma.’
Welke behandeling geef je nu vooral?
‘Bij een PTSS-behandeling wil je natuurlijk allereerst dat de PTSS-klachten verminderen. Ik werk daarvoor vooral met exposure therapie en EMDR. Je hoopt daarnaast dat het mensen – als ze die nare herbelevingen niet meer hebben, als ze weer beter slapen, als ze niet meer voortdurend waakzaam zijn – lukt om zich in meer algemene zin beter te voelen. Om weer te genieten van hun kinderen, om hun werk op te pakken, relaties aan te gaan.
Maar als mensen na de PTSS-behandeling nog last van andere klachten hebben, dan moet natuurlijk de behandeling die nodig is, ook geboden worden. Als er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis, dan werk ik meestal met schematherapie.’
Je bent ook geregistreerd als Psychotraumatherapeut bij de NtVP, wat is voor jou de meerwaarde daarvan?
‘Beroepsverenigingen beschrijven met hun registratie-eisen duidelijke kwaliteitsnormen waar behandelaren zoals de psychotraumatherapeut NtVP aan moeten voldoen. Ik ben een fan van deze controle op inhoud. Dat vind ik een meerwaarde. Daarnaast kan je een specialistische registratie op LinkedIn of de eigen praktijkwebsite beschouwen als een variant op diploma’s aan de muur. Therapeuten kunnen zo laten zien wat hun opleidingen en specialisaties zijn. Als therapeut hoor je bij een club, je wordt op de hoogte gehouden van ontwikkelingen en ontmoet collegae met dezelfde interesse, dat is voor mij persoonlijk een meerwaarde.
Maar de belangrijkste meerwaarde moet er natuurlijk zijn voor cliënten. Inhoudelijk is die er wel, maar er zijn inmiddels wel erg veel specialistische registraties, terwijl wij psychologen ook drie verschillende BIG-beroepen hebben. Stel dat je behandeling zoekt voor PTSS. Wanneer ga je dan naar een psychotherapeut die EMDR-practitioner (VEN) is, wanneer naar een basispsycholoog die Cognitief Gedragstherapeut (VGCt) is, en wanneer naar een GZ-psycholoog die psychotraumatherapeut NtVP is? Het wordt zo voor cliënten wel lastig om door de bomen het bos nog te zien. Hetzelfde geldt voor verwijzers en werkgevers: hoe weet je welke hulpverlener je moet hebben?’
Schiet het registeren zijn doel voorbij?
‘Het is gewaagd om te zeggen in een interview dat gaat over registeren, maar eigenlijk twijfel ik wel eens aan het nut van de vele verschillende registraties. Ik gaf net al het voorbeeld voor cliënten, verwijzers en werkgevers.
Behandelaren kunnen volgens mij door al die registraties ook in een lastig parket komen. Een nieuwe registratie kan ervoor zorgen dat eerder behaalde diploma’s minder waard lijken: een soort registratie-inflatie. Logisch dat behandelaren dan denken: ‘o, die nieuwe registratie, die moet ik ook hebben’.’
‘Zeker als er een overgangsregeling is, dan zie ik mensen wel in een registratie-reflex schieten. Ga je niet mee, dan kan je last krijgen van registratie-FOMO: onzekerheid en onrust of jouw diploma’s nog wel voldoende zijn. Maar hoeveel certificaten wil je hebben? En wanneer heb je er genoeg?’
‘Mijn zorg is dit: als we voor iedere interventie, behandelmethode en/of DSM-classificatie een nieuwe specialistische registratie optuigen, dan bestaat het gevaar dat het veld steeds verder versplintert en ik kan me niet voorstellen dat dit de zorg ten goede komt. Gelukkig zijn er ook verschillende inspanningen om verdere versplintering tegen gaan. Zo zijn er pogingen om onze BIG-beroepen anders in te delen en ook werken verschillende specialistische beroepsverenigingen meer samen.’
Waarom ben je dan toch zelf psychotraumatherapeut NtVP geworden?
‘Toen de registratie psychotraumatherapeut NtVP in het leven werd geroepen, heb ik mijzelf wel afgevraagd waarom ik dat zou ambiëren. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen omdat psychotrauma op het moment mijn voornaamste werkveld is. Daarnaast vind ik dat de NtVP hard aan de weg timmert en belangrijk werk doet voor het psychotraumaveld.’
Danielle schrijft ook regelmatig columns over psychotrauma. Bijvoorbeeld deze.
Danielle geeft het stokje door aan Anke Lahuis. In de volgende nieuwsbrief verschijnt haar verhaal.
Meer in deze nieuwsbrief
Alle nieuwsbrieven30 januari 2020
NtVP interview met Tim Overdiek: ‘Als de man verliest’
Door: Chris Hoeboer
Lees meer
28 januari 2020
De weg vooruit in trauma en herstel. Ervaringsverslag van het 35e ISTSS congres in Boston.
Door Yoki Linn Mertens
Lees meer
26 januari 2020
Nieuwe leden communicatiecommissie
De communicatiecommissie zet zich in om de leden van de NtVP op de hoogte te brengen van de laatste ontwikkelingen op het gebied van psychotrauma. Sinds kort heeft deze commissie een aantal nieuwe leden die helpen bij het verspreiden van kennis. Naast de vertrouwde leden Lonneke Lenferink, Joanne Mouthaan en Michaela Schok, zijn er vijf nieuwe leden. Zij stellen zich graag aan u voor!
Lees meer
25 januari 2020
Voorzitter gezocht voor de Special Interest Group 'Behandeling van PTSS met ernstige (comorbide) problematiek en dissociatieve stoornissen'
Deze SIG richt zich op het genereren van meer kennis over de behandeling van PTSS met ernstige (comorbide) problematiek en dissociatieve stoornissen.