22 mei 2018
Auteurs: Eva Alisic, Arend Groot, Hanneke Snetselaar, Tielke Stroeken, Lieve Hehenkamp & Elise van de Putte
Originele titel: Children's perspectives on life and well-being after parental intimate partner homicide
Achtergrond: Alhoewel er geen twijfel bestaat over dat de moord van een ouder op een partner geassocieerd is met hevige rouw en posttraumatische stressreacties bij de kinderen die achterblijven is er weinig inzicht in hoe kinderen en jongeren hun omstandigheden en behoeften beleven en beschrijven na deze gebeurtenis.
Doel: Ons doel van de studie was om licht te werpen op de perspectieven van kinderen en jongeren op hun leven na de partnermoord van hun ouder. Wij waren in het bijzonder geïnteresseerd in hoe zij hun woonsituatie, sociale omgeving en algemeen welzijn ervaren.
Methode: We namen semi-gestructureerde interviews af onder 23 kinderen en jongeren (8 tot 24 jaar oud; 15 vrouwen en 8 mannen) die jonger dan 18 jaar waren toen één van hun ouders de andere vermoordde (21 kinderen verloren hun moeder, 2 kinderen verloren hun vader). We gebruikten thematische analyse om de data te onderzoeken.
Resultaten: Alhoewel de meeste participanten redelijk tevreden waren metzichzelf en hun woonsituatie, uitten zij ook substantiële en aanhoudende problemen, waaronder angst, conflicten tussen familieleden en gevoelens van onveiligheid. De meest belangrijke bevindingen waren dat het zelfbeeld van de kinderen, hun perspectief op hun biologische ouders en hun visie op hun bredere omgeving (zoals familieleden) enorm verschilden van participant tot participant, ook tussen broers en zussen.
Conclusies: Er kan geen eenduidige richtlijn gegeven worden met betrekking tot waar de kinderen zouden moeten wonen na de moord op hun ouder, of in hoeverre zij contact zouden moeten hebben met de ouder die de dader is. De bevindingen van deze studie benadrukken wel het belang van het onderzoeken van de individuele standpunten van de kinderen tijdens het besluitvormingsproces.
Kernwoorden: overlijden; kinderbescherming; moord binnen gezin; vrouwenmoord; pleegzorg; partnergeweld; kwalitatief onderzoek; traumatische rouw
APA formaat citatie: Alisic, E., Groot, A., Snetselaar, H., Stroeken, T., Hehenkamp, L., & van de Putte, E. (2017). Children’s perspectives on life and well-being after parental intimate partner homicide. European Journal of Psychotraumatology, 8, 1463796. doi:10.1080/20008198.2018.1463796
Vertaald door: Lonneke I.M. Lenferink
Dit artikel is geaccepteerd voor publicatie op 17 maart 2018 en online gepubliceerd op 22 mei 2018.
Originele titel: Children's perspectives on life and well-being after parental intimate partner homicide
Achtergrond: Alhoewel er geen twijfel bestaat over dat de moord van een ouder op een partner geassocieerd is met hevige rouw en posttraumatische stressreacties bij de kinderen die achterblijven is er weinig inzicht in hoe kinderen en jongeren hun omstandigheden en behoeften beleven en beschrijven na deze gebeurtenis.
Doel: Ons doel van de studie was om licht te werpen op de perspectieven van kinderen en jongeren op hun leven na de partnermoord van hun ouder. Wij waren in het bijzonder geïnteresseerd in hoe zij hun woonsituatie, sociale omgeving en algemeen welzijn ervaren.
Methode: We namen semi-gestructureerde interviews af onder 23 kinderen en jongeren (8 tot 24 jaar oud; 15 vrouwen en 8 mannen) die jonger dan 18 jaar waren toen één van hun ouders de andere vermoordde (21 kinderen verloren hun moeder, 2 kinderen verloren hun vader). We gebruikten thematische analyse om de data te onderzoeken.
Resultaten: Alhoewel de meeste participanten redelijk tevreden waren metzichzelf en hun woonsituatie, uitten zij ook substantiële en aanhoudende problemen, waaronder angst, conflicten tussen familieleden en gevoelens van onveiligheid. De meest belangrijke bevindingen waren dat het zelfbeeld van de kinderen, hun perspectief op hun biologische ouders en hun visie op hun bredere omgeving (zoals familieleden) enorm verschilden van participant tot participant, ook tussen broers en zussen.
Conclusies: Er kan geen eenduidige richtlijn gegeven worden met betrekking tot waar de kinderen zouden moeten wonen na de moord op hun ouder, of in hoeverre zij contact zouden moeten hebben met de ouder die de dader is. De bevindingen van deze studie benadrukken wel het belang van het onderzoeken van de individuele standpunten van de kinderen tijdens het besluitvormingsproces.
Kernwoorden: overlijden; kinderbescherming; moord binnen gezin; vrouwenmoord; pleegzorg; partnergeweld; kwalitatief onderzoek; traumatische rouw
APA formaat citatie: Alisic, E., Groot, A., Snetselaar, H., Stroeken, T., Hehenkamp, L., & van de Putte, E. (2017). Children’s perspectives on life and well-being after parental intimate partner homicide. European Journal of Psychotraumatology, 8, 1463796. doi:10.1080/20008198.2018.1463796
Vertaald door: Lonneke I.M. Lenferink
Dit artikel is geaccepteerd voor publicatie op 17 maart 2018 en online gepubliceerd op 22 mei 2018.
Het European Journal of Psychotraumatology (EJPT) is een peer-reviewed, interdisciplinair wetenschappelijk tijdschrift dat deel uitmaakt van de European Society for Traumatic Stress Studies (ESTSS).
Het EJPT heeft als doel om wetenschappers, behandelaren en experts te betrekken bij de belangrijkste vraagstukken rond stress en trauma, waaronder individuele gebeurtenissen, herhaalde of chronische trauma's, grootschalige rampen en geweld.