18 mei 2018
Auteurs: Harmen A. Zoet, Anouk Wagenmans, Agnes van Minnen & Ad de Jongh
Originele titel: Presence of the Dissociative Subtype of PTSD does not moderate the Outcome of Intensive Trauma-Focused Treatment for PTSD
Achtergrond: Er is een vasthoudende overtuiging in het traumaveld dat de aanwezigheid van dissociatieve symptomen geassocieerd wordt met een slechte behandeluitkomst. Eerder onderzoek naar het effect van dissociatie in behandelingsresultaten had echter betrekking op specifieke patiënten en traumapopulaties.
Doel: Het testen van de hypothese dat de aanwezigheid van het dissociatieve subtype bij PTSS (DS) een nadelig effect zou hebben op de uitkomst van een intensief traumagericht behandelingsprogramma.
Methoden: PTSS-symptoomscores (CAPS en PSS-SR) werden geanalyseerd met behulp van de gegevens van 168 patiënten (70.6% vrouw), die waren blootgesteld aan een breed scala van meerdere trauma's, waaronder seksueel misbruik tijdens de jeugd, en van wie 98.2% gediagnosticeerd was met ernstige PTSS (CAPS >65). De meesten leden aan meerdere comorbiditeiten en 38 (22.6%) voldeden aan de criteria voor DS. De patiënten namen deel aan een intensief traumagericht behandelingsprogramma voor PTSS. De verschillen tussen voor en na behandeling werden vergeleken tussen patiënten met en zonder DS.
Resultaten: Grote effectgrootten werden bereikt voor PTSS-symptoom vermindering op de CAPS en de PSS-SR, zowel voor patiënten met DS als voor degenen zonder DS. Hoewel patiënten met DS aan het begin en tijdens de behandeling een significant grotere PTSS-symptoom ernst lieten zien, vertoonden beide groepen een gelijke vermindering van PTSS-symptomen. Van degenen die voldeden aan de criteria voor DS, voldeden 26 patiënten (68.4%) na de behandeling niet langer aan de criteria voor deze classificatie.
Conclusie: De resultaten bieden geen ondersteuning voor de overtuiging dat de aanwezigheid van DS een negatief effect heeft op traumagerichte behandeluitkomsten. Daarom moeten effectieve traumagerichte behandelingen bij PTSS-patiënten met DS niet worden ontzegd.
Kernwoorden: post-traumatische stressstoornis; dissociatieve subtype van PTSS; intensieve traumagerichte behandeling; langdurige blootstelling; EMDR-therapie; stabilisatiefase; dissociatie
APA citatie: Zoet, H. A., Wagenmans, A., van Minnen, A., & de Jongh, A. (2018). Presence of the dissociative subtype of PTSD does not moderate the outcome of intensive trauma-focused treatment for PTSD. European Journal of Psychotraumatology, 9(1), 1468707. doi:10.1080/20008198.2018.1468707
Vertaling: Kimberly Stam
Dit artikel is geaccepteerd voor publicatie op 30 maart 2018 en online gepubliceerd op 18 mei 2018.
Originele titel: Presence of the Dissociative Subtype of PTSD does not moderate the Outcome of Intensive Trauma-Focused Treatment for PTSD
Achtergrond: Er is een vasthoudende overtuiging in het traumaveld dat de aanwezigheid van dissociatieve symptomen geassocieerd wordt met een slechte behandeluitkomst. Eerder onderzoek naar het effect van dissociatie in behandelingsresultaten had echter betrekking op specifieke patiënten en traumapopulaties.
Doel: Het testen van de hypothese dat de aanwezigheid van het dissociatieve subtype bij PTSS (DS) een nadelig effect zou hebben op de uitkomst van een intensief traumagericht behandelingsprogramma.
Methoden: PTSS-symptoomscores (CAPS en PSS-SR) werden geanalyseerd met behulp van de gegevens van 168 patiënten (70.6% vrouw), die waren blootgesteld aan een breed scala van meerdere trauma's, waaronder seksueel misbruik tijdens de jeugd, en van wie 98.2% gediagnosticeerd was met ernstige PTSS (CAPS >65). De meesten leden aan meerdere comorbiditeiten en 38 (22.6%) voldeden aan de criteria voor DS. De patiënten namen deel aan een intensief traumagericht behandelingsprogramma voor PTSS. De verschillen tussen voor en na behandeling werden vergeleken tussen patiënten met en zonder DS.
Resultaten: Grote effectgrootten werden bereikt voor PTSS-symptoom vermindering op de CAPS en de PSS-SR, zowel voor patiënten met DS als voor degenen zonder DS. Hoewel patiënten met DS aan het begin en tijdens de behandeling een significant grotere PTSS-symptoom ernst lieten zien, vertoonden beide groepen een gelijke vermindering van PTSS-symptomen. Van degenen die voldeden aan de criteria voor DS, voldeden 26 patiënten (68.4%) na de behandeling niet langer aan de criteria voor deze classificatie.
Conclusie: De resultaten bieden geen ondersteuning voor de overtuiging dat de aanwezigheid van DS een negatief effect heeft op traumagerichte behandeluitkomsten. Daarom moeten effectieve traumagerichte behandelingen bij PTSS-patiënten met DS niet worden ontzegd.
Kernwoorden: post-traumatische stressstoornis; dissociatieve subtype van PTSS; intensieve traumagerichte behandeling; langdurige blootstelling; EMDR-therapie; stabilisatiefase; dissociatie
APA citatie: Zoet, H. A., Wagenmans, A., van Minnen, A., & de Jongh, A. (2018). Presence of the dissociative subtype of PTSD does not moderate the outcome of intensive trauma-focused treatment for PTSD. European Journal of Psychotraumatology, 9(1), 1468707. doi:10.1080/20008198.2018.1468707
Vertaling: Kimberly Stam
Dit artikel is geaccepteerd voor publicatie op 30 maart 2018 en online gepubliceerd op 18 mei 2018.
Het European Journal of Psychotraumatology (EJPT) is een peer-reviewed, interdisciplinair wetenschappelijk tijdschrift dat deel uitmaakt van de European Society for Traumatic Stress Studies (ESTSS).
Het EJPT heeft als doel om wetenschappers, behandelaren en experts te betrekken bij de belangrijkste vraagstukken rond stress en trauma, waaronder individuele gebeurtenissen, herhaalde of chronische trauma's, grootschalige rampen en geweld.